Ik weet het nu al zeker: het slechtste boek dat ik in 2015 zal gelezen hebben is “De Lachende Monsters” van Denis Johnson.
Ik had me wederom eens laten verleiden door de achterflap. “Met elk boek is Denis Johnson weer een nieuwe schrijver, en al die schrijvers zijn even goed.” Dat schrijft ene Tommy Wieringa. Die staat waarschijnlijk op de loonlijst van de uitgever van het boek (De Bezige Bij).
Maar de man heeft nog fans. Dirk-Jan Arensman schrijft in het Parool : “Een cultschrijver met een duizelingwekkende veelzijdigheid. … Een wervelende literaire spionageroman. Een waar spiegelpaleis aan intriges. … Maar de grootste kracht is ook nu weer Johnsons proza: zijn grimmige oneliners en vervreemdende, filmische beelden; de manier waarop hij de sfeer van Afrika in Graham Greeneachtige details tot leven wekt en je meevoert in zijn moderne Heart of darkness.” Die Nederlanders zijn allemaal knettergek. Ik weet niet waar die recensenten de mosterd halen, maar ik heb lang genoeg in Oeganda verbleven – een deel van de setting in “De Lachende Monsters” – om te weten dat ik geen enkel herkenningspunt heb ervaren. Niet eenmaal! Puur masochisme heeft me tot het einde gedreven, en dat was even teleurstellend als het begin.