Het zegt u vermoedelijk niks: M * V = P * T. Dat hoeft ook niet, want u bent waarschijnlijk geen econoom. M * V = P * T is de ruilvergelijking van Fisher die in essentie zegt dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid geld in omloop (M) en het algemeen prijspeil (P). In Zimbabwe weten ze daar ondertussen alles van. De regering drukt geld bij met als enig gevolg dat de prijzen stijgen. En om die stijgende prijzen te kunnen volgen, wordt er weer geld bijgedrukt. Maar om het aantal bankbiljetten enigszins onder controle te houden, verhoogt men steeds de nominale waarde bij elke opeenvolgende druk.
Dit lijkt een proces dat eeuwigdurend kan doorgaan, maar is dat wel zo? Veronderstel bijvoorbeeld dat de man in het plaatje linksonder betaald wordt voor het versjouwen van geld en dat hij voor elke sjouwbeurt meer ontvangt dan hij kan dragen. Wat een vreselijk lot, want als een moderne Sisyphus kan hij op en af lopen, maar al zijn geld verzamelt hij nooit. Kinderarbeid lijkt dan de oplossing (plaatje rechts), waarbij de fooi voor elke sjouwbeurt minder moet zijn dan de hoeveelheid verplaatst geld.