M * V = P * T

Het zegt u vermoedelijk niks: M * V = P * T. Dat hoeft ook niet, want u bent waarschijnlijk geen econoom. M * V = P * T is de ruilvergelijking van Fisher die in essentie zegt dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid geld in omloop (M) en het algemeen prijspeil (P). In Zimbabwe weten ze daar ondertussen alles van. De regering drukt geld bij met als enig gevolg dat de prijzen stijgen. En om die stijgende prijzen te kunnen volgen, wordt er weer geld bijgedrukt. Maar om het aantal bankbiljetten enigszins onder controle te houden, verhoogt men steeds de nominale waarde bij elke opeenvolgende druk.

Dit lijkt een proces dat eeuwigdurend kan doorgaan, maar is dat wel zo? Veronderstel bijvoorbeeld dat de man in het plaatje linksonder betaald wordt voor het versjouwen van geld en dat hij voor elke sjouwbeurt meer ontvangt dan hij kan dragen. Wat een vreselijk lot, want als een moderne Sisyphus kan hij op en af lopen, maar al zijn geld verzamelt hij nooit. Kinderarbeid lijkt dan de oplossing (plaatje rechts), waarbij de fooi voor elke sjouwbeurt minder moet zijn dan de hoeveelheid verplaatst geld.

Continue reading “M * V = P * T”

Industrialisatie in Oeganda?

Op vrijdag 16 mei ll. gaf Professor Hiroyuki Hino (Japan), op vraag van IMF-Kampala, een lezing over een alternatieve industrialisatiestrategie voor Oeganda. In veel opzichten was dit een merkwaardig voorstel omdat het buiten de lijnen kleurt van het traditionele denken over ontwikkeling.

Het voorstel behelst een twee-sporen-strategie:

    1. enerzijds het versterken van landbouw en agro-industrieën met in het bijzonder aandacht voor bio-brandstoffen (sorghum en maïs) en bijhorende energieopwekking;
    2. anderzijds de uitbouw van een “knowledge based”-dienstensector gericht op voornamelijk export van “verhandelbare” diensten (er wordt hierbij gedacht aan “Business Process Outsourcing” (BPO) zoals bijvoorbeeld het opzetten van “Call Centres” en aan het uitsturen van geschoolde krachten die eveneens als een soort export zijn te beschouwen vermits ze “remittances” terugsturen).
  1.  

Aan de uitbouw van een klassieke industrie (zo kenmerkend als overgangsstap tussen landbouw en diensten in het ontwikkelingspad van ontwikkelde landen) dient voorbij gegaan te worden. Door haar nadelige ligging zal in Oeganda het aandeel van de transportkosten in de prijzen van industriële producten altijd hoog zijn en dus zullen die producten minder competitief zijn.

Continue reading “Industrialisatie in Oeganda?”