
Racisten? Dat zijn we allemaal! En een goede start om er iets aan te doen, begint bij de erkenning dat je er zelf één bent. In bovenstaand videofragment wordt haarfijn uitgelegd hoe dat komt en wat je er aan kan doen.
… the story of a family on the move
Racisten? Dat zijn we allemaal! En een goede start om er iets aan te doen, begint bij de erkenning dat je er zelf één bent. In bovenstaand videofragment wordt haarfijn uitgelegd hoe dat komt en wat je er aan kan doen.
Ik was het bijna vergeten, maar ik heb recent ook nog eens drie detectives gelezen. De eerste is mijn absolute favoriet, de tweede om te vergeten en de derde leuk om lezen omwille van de couleur locale uit Ghana.
Het eerste boek uit de Malabar serie was me zo goed bevallen dat ik met veel verwachting begonnen ben aan de tweede creatie van Vaseem Khan. En de “The Dying Day” stelt op geen enkel vlak teleur.
Wederom volgen we de vrouwelijke inspecteur Persis Wada, in het India van vlak na de partitie, op haar zoektocht naar een verdwenen kopie van de “Goddelijke komedie” van de Florentijnse dichter Dante Alighieri.
Nog meer dan het raadsel zijn het de karakters die mij aantrekken in deze detective van Vaseem Khan. Persis Wada is een vrouw, die zich staande moet houden tegen de vooroordelen binnen de Indische samenleving, maar daardoor zo’n muur rond zichzelf bouwt, dat elk romantisch element, hoewel ze daar innerlijk wel naar verlangt, toch bij voorbaat uitgesloten wordt. Een complex karakter dus. Bovendien lopen er heel wat nevenfiguren rond die elk op hun manier omgaan met het einde van de koloniale periode.
Wat mij betreft, een absolute aanrader, en ik kijk nu al uit naar de derde uit deze serie die in 2022 zou verschijnen.
Toen ik begin jaren 90 afreisde naar Suriname las ik – tenzij ik me vergis in de bron – in het boekje van het Koninklijk Instituut voor de Tropen over Suriname de volgende (grove) veralgemening (maar met een grond van waarheid): de overheid is in handen van de stadscreolen en de landbouw en de nijverheid in handen van de hindoestanen. De overige groepen zoals de marrons en de chinezen waren waarschijnlijk te klein om ze een bepaald kenmerk toe te dichten, maar met uitzondering dan van de Javanen: die werden weggezet als landarbeiders.
Het stratenplan van Paramaribo is grotendeels hetzelfde gebleven, maar toch is er iets wezenlijks veranderd. De namen van de voornaamste verkeersassen in de stad zijn nu allemaal gewijzigd. Ze dragen nu alle de namen van politici of van figuren die regelmatig in de media stonden. Zo spreekt met niet langer van de poëtische Rust en Vredestraat maar wel van de Fred Derby straat, vernoemd naar de voormalige vakbondsleider, en ook niet langer van de Gravenstraat maar wel van de Henk Arron straat, naar de voormalige politicus die Suriname de onafhankelijkheid inloodste. En zo gaat het lijstje verder: Jagernath Lachmon (voorheen de Coppenamestraat), Johan Adolf Pengel (voorheen de Wanicastraat) en Anton De Kom (voorheen de Pontewerfstraat) hebben nu elk een straat naar hun naam vernoemd. En waarschijnlijk vergeet ik er nog een paar.
Paramaribo. Hier ben ik weer, meer dan 25 jaar nadat ik definitief afscheid had genomen van deze stek. En vooreerst het goede nieuws: de broodjeszaken “De Smaak” tegenover het belastingkantoor en “Krioro” nabij de voormalige cinema “Tower” zijn er nog steeds. Heerlijk! Bij de eerste verkies ik zoals steeds een broodje pom en bij de tweede een broodje gehakt met ei, hoewel Krioro bij de goegemeente meer gekend is voor z’n broodjes zoutvlees met avocado.
Pas de deux
we zijn zover gekomen
dat we bijna vergaten
vanwaar we kwamen
toen we nog tezamen
vrolijk dansend
t’nakijken gaven
we waren bijna vergeten
dat we hier zijn geraakt
zonder t’echt te weten
nog altijd tezamen
vrolijk kijkend naar
t’dansen van een ander
Als ik het niet meer wist, dan wist ik het nu wel opnieuw. Kerken en ik: dat gaat niet samen. Ik zit hier in de “Azania Front Lutheran Church” van Dar Es Salaam, maar het voelt net als toen ik nog een kleine jongen was en met mijn ouders meeging (mee moest) naar de Sint-Pieters kerk in Gent. Met hetzelfde ongeduld staar ik naar het programmaboekje in mijn hand, in de hoop dat we spoedig bij de laatste regel zullen zijn. Oh here verlos me van deze dienst. Enig lichtpunt betreft mijn eega: zij heeft het weer prachtig gedaan en doet me even vergeten dat ik hier tegen mijn zin op een ongemakkelijke bank naar vreselijke Christmas carols luister, gelardeerd met oersaaie orgelmuziek van Bach.
Peter
Op 9 december vierde Tanganyika (het vasteland-gedeelte van de Verenigde Republiek Tanzania) 60 jaar onafhankelijkheid.
Evenwel verwoordt men deze gebeurtenis in het Swahili als volgt: “Miaka tisini ya uhuru” wat letterlijk vertaalt betekent: “60 jaar vrijheid”. En dat is gevoelsmatig toch iets anders dan: “60 jaar onafhankelijkheid”. Je moet maar eens nagaan wat de antoniemen van beide woorden zijn.
Peter